De zoektocht naar een methode om de bevalling vlotter te laten verlopen.
Bevallen doet pijn. Eeuwen geleden stelde de kerk dat dit een straf was voor de zonde, die de vrouw begaan had door seksuele gemeenschap te hebben. Ook na loskoppeling van seksualiteit en zonde, bleef men van mening dat een bevalling pijn hoorde te doen.
Binnen de geneeskunde zocht men naar mogelijkheden om de bevallingspijn te verminderen. Rond 1847 werd in dit verband het eerste chemische pijnbestrijdingsmiddel, chloroform, opgetekend. Dit bleek echter schadelijk voor de lever.
Al in de negentiende eeuw werd In Rusland hypnose toegepast om een bevalling vlotter te doen verlopen. Tot op heden heeft deze methode een grote evolutie doorgemaakt met goede resultaten. Weinig verloskundigen zijn echter met deze methode vertrouwd.
Op een congres in Leningrad, in 1951, stelden Russen, naast hun al bestaande suggestieve hypnosetoepassingen volgens Schultz (1916), de psychoprofylactische methode volgens Velvowski voor. Deze hypno-suggestieve methode bestond uit het aanleren van een positief geconditioneerde reflex (Pavlov), want pijnervaring was ook een cortexactiviteit. Een hijgende ademhaling (opgewekte hyperventilatie) tijdens de weeën moest de pijn verminderen en door het oefenen van het blokkeren van de ademhaling tijdens het persen werd de uitdrijving bevorderd. Zo kreeg de vrouw het gevoel haar bevalling zelf wat in handen te hebben. De informatie werd gegeven door een team van artsen, vroedvrouwen en kinesitherapeuten. De praktische lessen werden door kinesitherapeuten gegeven. De vaders kregen de mogelijkheid om de voorbereiding tot de bevalling bij te wonen.
Rond 1930 werd de progressieve relaxatie methode volgens E. Jacobson toegepast om de pijn (en de tonus) bij de bevalling met meer gelokaliseerde, progressieve ontspanningsoefeningen te begeleiden.
Eerste stappen naar verloskundige kinesitherapie
De eerste initiatieven en ontwikkelingen van de verloskundige kinesitherapie komen echter uit de Angelsaksische landen. In 1933 publiceerde Dr. G. Dick Read “De natuurlijke geboorte zonder angst”. Hierin wordt de voorbereiding van de bevalling toegespitst op de psychische voorbereiding met de bedoeling om de vicieuze cirkel ‘angst-spanning-pijn’ te doorbreken.
Het geven van méér voorlichting over het verloop van de bevalling zorgde voor minder angst bij de vrouw. Ook door het aanleren van ademhalings- en ontspanningsoefeningen en het geven van de nodige adviezen over voeding en leefgewoonten trachtte men de gezondheid van de vrouw te verbeteren.
Bovendien schreef Read zwangerschapsgymnastiek voor!
Zijn methode, die later ‘de methode tot natuurlijke baring’ werd genoemd, werd eerst toegepast op een selecte groep vrouwen, maar met behulp van kinesitherapeuten werd dit uitgewerkt tot een volledig programma en overgebracht naar Europa.
In Parijs, Frankrijk, pasten Dr. Lepage en kinesitherapeute Fernande Harlin, ook al de psychosomatische voorbereiding toe. Harlin publiceerde in 1951 haar boek “Pour une maternité heureuse”.
De psychoprofylactische methode uit Rusland werd ook rond 1952 door Lamaze in Frankrijk geïntroduceerd, waarbij hij ook de vroedvrouwen opleidde met deze methode. Geleidelijk aan werd het contact tussen arts en vrouw en de aanwezigheid van de partner van groot belang, en dit zowel tijdens de voorbereiding als tijdens de bevalling zelf.
De vrouw krijgt zelf haar verantwoordelijkheid tijdens de bevalling en is niet langer afhankelijk van haar ‘verlosser’. Het actief deelnemen aan haar eigen bevallingsproces geeft de vrouw haar eigen emotionele beleving, maar zij ondervindt ook positievere obstetrische gevolgen. De bevalling wordt veiliger.
De voorbereiding en de begeleiding door de kinesitherapeut is gericht op het verhogen van het zelfvertrouwen van de vrouw door haar inzicht te geven in haar eigen lichamelijk functioneren en in diegenen die haar zullen bijstaan.
Andere manieren van zwangerschapsbegeleiding
In de loop van de jaren zestig werden nog andere manieren van zwangerschapsbegeleiding uitgewerkt: sofrologie volgens de Spaanse psychiater Caycedo, die de structuren van het menselijk bewustzijn bestudeert, evenals de mogelijkheden om hierop in te grijpen en deze te wijzigen.
A. De Carcer heeft het werk van Caycedo aangepast aan de obstetriek en bracht zo de intermitterende sofronisatie tijdens de ontsluitingsperiode tot stand. Haptonomie en musicotherapie deden ook hun intrede.
In Pithiviers (Frankrijk) werken M. Odent en zijn staf al meer dan twintig jaar met de methode actief bevallen, waarbij men er naar streeft de vrouw zoveel mogelijk zelf te laten doen en zo weinig mogelijk zelf in te grijpen.
In de jaren ‘80 zijn de prenatale voorbereiding in het water en het onderwater bevallen in opmars. In België is de vereniging ‘Aqualude’ actief op dit domein. Zij hebben zowel kinesitherapeuten als vroedvrouwen in hun team. Dr. Ponette (Oostends gynaecoloog, op pensioen) is baanbreker voor onderwaterbevallingen.
De verloskundige kinesitherapie in België
In België vonden vooral rond 1957 verloskundige kinesitherapeuten hun weg naar de materniteiten. Onze pioniers waren Denise de Hagen in Brussel, Jacqueline Broucke-Calmeyn in Brugge, Annie Derden in Kortrijk, Adelheid Hubert in Mechelen, Renilde Truyens in Schoten, Henriëtte De Schrijver in Leuven en Monique Bayer-Verstraeten in Sint-Niklaas. Deze pioniers hebben ervoor gezorgd dat in augustus 1973 de pre- en postnatale gymnastiek in de nomenclatuur kinesitherapie opgenomen werd.
Zo richtten zij in oktober van datzelfde jaar de beroepsvereniging BGKVG/UPKOG op (Beroepsvereniging van Gediplomeerde Kinesitherapeuten, afdeling Verloskunde, Gynaecologie/Union Professionnelle des Kinésithérapeutes section Obstétrique et Gynécologie).
Aanvankelijk werd de vereniging geleid door Hélène Mullie-Derom. Daarna waren ook Brigitte Vandenbussche en Marie-Josée Decoster en Mireille Hecq jarenlang voorzitter.
Vandaag is Christine Van De Putte voorzitter van de vereniging.